Bij de nieuwe releases van de afgelopen weken zitten vaak (onbekende) muziekpareltjes. De platenzaken helpen je graag bij het ontdekken van deze pareltjes. Deze keer spraken we met Peter-Jan Jong van Labmusic records uit Monnickendam.
1. Barock Project – Detachment
‘Dit is heel, heel zeldzaam! Een band die een album maakt waar ik door omver geblazen wordt en er vervolgens overheen gaat met een album dat zelfs na een eerste luistersessie al beter is!
Dat krijg je als klassiek geschoolde virtuozen zich gaan bemoeien met het maken van, ja, wat eigenlijk? Progressive Rock is echt een stom labeltje dat deze band geen recht doet! Bandjes als … (vul alles maar in) worden echt links, rechts en bovenlangs ingehaald door de muzikaliteit van deze conservatorium-guys. Er zit dus een zeer forse scheut klassieke muziek in en vooruit, een aardige dosis rock met hier en daar wat snufjes jazz (maar nee, jazzhaters, ik weet dat jullie bestaan, maar dit gaan jullie wel trekken ;-)). Beluisterbaar door rockliefhebbers, maar ook door mensen die meer op mainstream gericht zijn, juist doordat de melodieën verduiveld knap in elkaar gedraaid zijn.
Er was ooit een meneer Mozart die zoiets deed. En ja, ik durf hier te stellen dat deze meneer nu door zijn wolkjes neerziet met een vette glimlach op de geverfde lippen, luisterend naar wat die verdomde Italianen ons, heupvaste Noord-Europeanen, voorschotelen ter lering, maar vooral ter vermaak. Een luisterbeurt was genoeg voor een dikke 9. De tijd zal leren of dit nog zal doorgroeien naar een plaats in de epische lijst van albums die alle tanden des tijds omzeilen. Kortom: wow!’
2. Daniel Lohues – Moi
‘De Drentse band Skik was in de jaren ’90 al een forse favoriet van me. Nummers als “Hoe kan dat nou”, “Op Fietse” en “Klotenweer” (uitgesproken als Klod’nwher) zette ik behoorlijk vaak op. De voorman van de band, Daniel Lohues, is al een flink aantal jaren “allenig” bezig een solo-carrière op te bouwen. In eerste instantie luisterde hij daarbij erg veel naar allerlei Amerikaanse voorbeelden en trapte dus in de valkuil van veel Nederlandse artiesten dat alles wat uit dat land komt mooi is én dus nagemaakt moet worden. Het resultaat: een serie vrij saaie albums, muziek die immers al door Amerikanen wordt gemaakt, maar dan beter.
Sinds een aantal albums heeft hij echter een eigen klank gevonden, waardoor je hem dus hoort zingen in zijn eigen Drents, toch eigenlijk wel de Nederlandse taal die zich het best leent voor verstildheid. Luisterend naar zijn finger pickin‘ gitaren en zijn golvende piano-melodieën waan je je in een bootje tussen rietvelden die vreemd genoeg grenzen aan purperen heide. Op de achtergrond zie je de zon tegelijk op- en ondergaan, hoor je vele zangvogels en zie je konijntjes die elkaar achterna zitten.
Kortom: lieflijkheid alom. Maar toch, altijd weer die teksten waarin een mooi afgemeten dosis melancholie verscholen gaat, gezongen met een lichte kraak en dat wonderschone accent. Referenties? Wel, schiet ze maar af: Billy Joel is in de buurt, Nick Drake kijkt vanaf een wolk bedrukt toe en uiteraard krijgt die daar af en toe gezelschap van Ede Staal. Ja, ik ben zeer onder de indruk. Deze man verdient een standbeeld ergens op de brink van een nog altijd Drents dorp met daar vlakbij velden vol sagen over reuzen en witte wieven.’
3. Brother Ape – Karma
‘De laatste jaren komt steeds meer mooie melodieuze muziek uit de landen daar in het hoge Noorden. Ook deze Zweedse band (van Griekse origine) weet een aantal keren de bal goed te raken en een loepzuivere melodie in het netje te doen belanden. Referenties aan Coldplay, Mansun en, meer op progressive gebied, Moon Safari, komen zomaar bij me binnen. Eerstgenoemde band overigens dan wel zonder hun wat meer truttige Sky-Radio-kant, de broertjes aap blijven wel een rockband.’
4. TDW – Anthem
‘Amersfoorts metal-trots Tom De Wit presenteerde zeer onlangs zijn tweede album onder deze bandnaam, uitgebracht op zijn eigen label “Layered Reality Productions”. Liefhebbers van hakke-en-zage-metal komen er bij deze man bekaaid af. Dit is duidelijk (prog-)metal voor muzikaal hoger opgeleiden. Mede dankzij gitarist Lennert van Kempen worden er nogal wat noten op de vierkante centimeter neergelegd. Gelukkig niet zonder de melodie enigszins uit het oor te verliezen. Jawel, de nummers zijn vaak niet kort en ja, er wordt wat gevergd van de dichtheid der trommelvliezen. Maar wie alle dynamiek en krachtpatserij doorgrondt hoort wat dit is: een zonder meer ijzersterk album!’
5. Cameron Graves – Planetary Prince
‘In 2015 was er in de jazz-scene de befaamde donderslag bij heldere hemel : een meneer met een toeter en enig overgewicht uit Amerika maakte het beste album van het jaar. Kamasi Washington heette hij en hij werd ingehaald als “de nieuwe John Coltrane”. Nu zijn dit soort kwalificaties over het algemeen nogal over de top maar deze man maakte daadwerkelijk een plaat die in deze eeuw zijn weerga niet kent.
In zijn slipstream speelden muzikanten als Miles Mosley, Thundercat en ook Cameron Graves. De laatste is pianist, klassiek onderlegd maar niet vies van serieuze jazz-improvisaties. Zijn album “Planetary Prince” dat onlangs uitkwam is een fijne proeve van des mans bekwaamheid. Zijn spel gaat via catchy, goed beluisterbare, motieven, naar avant garde en hier en daar komt ook zijn klassieke opleiding om de hoek kijken. Dit laatste doet bij sommige jazz-liefhebbers enigszins de oorschelpen fronsen maar wat mij betreft past het allemaal wonderwel in het totale spel.
Extra bonus is het op sommige nummers op de voorgrond treden van zijn oude bandleider. Meneer Washington weet met een paar welgemikte totaal ontsporende saxofoon-soli de spanning erg hoog op te bouwen.
Kortom: op eigen kracht komt Cameron Graves al een behoorlijk eind. Samen met Kamasi Washington is dit een absolute must-have voor iedere moderne jazz-liefhebber!’